Column: Walm van mirre

Het komt de laatste tijd steeds meer voor dat achtenswaardige prominenten van het Limburgse CDA in relatie worden gebracht met kennelijk onverkwikkelijke praktijken. Een wethouder van CDA-huize uit Venray en een voormalig wethouder uit Horst die het heeft geschopt tot (demissionair) staatssecretaris werden gelinkt aan niet lekker ruikende grondtransacties. De voormalig CDA gedeputeerden die na hun bestuurlijke ambt werden benoemd in zeer goed betaalde functies, bij bijvoorbeeld het waterschap of Ruimte voor Ruimte kwamen vanwege vermoedelijke malversatie of disfunctioneren in het nieuws.

Recent vertrokken gedeputeerden worden verdacht van samenwerking met de directeur van het IKL, de heer Vrehen en gaven er recentelijk de brui aan. Naar de handelwijze van voormalig gedeputeerde Koopmans loopt inmiddels een onderzoek naar een mogelijk incorrecte werkwijze in relatie tot een bedrijf dat werkt aan zandafgravingen. Zelfverrijking en/of niet integer handelen door vooral CDA-ers is bijna aan de orde van de dag.

Ik heb onze CDA wethouder Splinter zich horen uitspreken over de kwestie Vrehen, de tot voor kort directeur van het IKL, die vertrok na berichtgeving over onrechtmatig handelen rond overheidsopdrachten. De heer Splinter zei door laatstgenoemd feit een vieze smaak in de mond te krijgen. Wat mij betreft wat laat, aangezien er al jaren lang een fout geurtje hangt rondom nogal wat CDA prominenten. Ik ben benieuwd of onze wethouder nog wel gewoon samenwerkt met bijvoorbeeld Ruimte voor Ruimte. Een club die al jaren wordt aangestuurd door voormalig CDA gedeputeerden en al 10 jaar geleden leed onder zeer grote verliezen. Van overheidsgeld wel te verstaan. Een organisatie die bedoeld is om geld te genereren om agrarische bedrijven te saneren in plaats van miljoenen verlies te lijden.
De heer Splinter is wat mij betreft wel wat laat met zijn vieze smaakje in de mond. Ik heb al jaren de geur van onfris ruikende Mirre in de neus als ik aan dergelijke CDA bobo’s denk.

Ik groet u allen vriendelijk in de hoop dat wij, ook in onze provincie en gemeente weer kunnen spreken van macht en tegenmacht maar vooral kunnen beschikken over niet naar corruptie ruikende bestuurders.

Rolf Krijnen