De Imposante Goudvink

In Engeland noemen ze hem ‘bullfinch’, in Duitsland ‘gimpel’ en hier bij ons in Nederland heeft hij als benaming: ‘De goudvink’. Een redelijk grote vink uit de vinkenfamilie, van zo’n 16 cm groot. Natuurlijk meteen te herkennen aan zijn prachtige verenkleed, met name zijn rozerode onderlijf, (waar alleen de mannelijke variant mee mag pronken) en natuurlijk zijn pikzwarte kop en brede snavel. De vrouwtjes zijn wat bruiner van kleur en wellicht een stukje fletser. En hebben dus geen felle rozerode buik. Ondanks zijn forse postuur zie je de goudvink zelden. Hij verschuilt zich meestal onder en tussen boomgaarden en struiken. In de broedperiode is hij zelfs vaak alleen maar te horen. En dan zul je misschien verwachten dat deze tuinvogel een luidruchtig geluid produceert. Wel nee! Het geluid van de goudvink is een weemoedige, zachte ‘Djuuh’. Een geluid wat je totaal niet verwacht bij een vogel als deze. Het blijft dan ook heel bijzonder om deze stoere vogel in levenden lijve te zien. Ze zijn dol op knoppen en peuzelen er rijkelijk op los. En ja, natuurlijk komen ze voor in onze Maasduinen. In het buitengebied maar ook binnen de bebouwde kom.


Mijn eerste waarneming is een jaar of vier geleden. Op 25 maart om precies te zijn. Daar zag ik een vogel mooi van kleur hoog in de boom. Door mijn telelens in te zoomen was het tot mijn grote verassing een goudvink. Men! Een goudvink! Ik heb hem de dagen erna niet meer gezien. Het jaar erop, op 25 maart, tref ik deze goudvink opnieuw, op exact dezelfde locatie. En ook deze keer was hij alleen op deze dag aanwezig. Het jaar erop trof ik hem een stukje verderop, en je raad het al, ook ergens eind maart. Hij heeft duidelijk een favoriete plek gevonden in de Maasduinen om de eerste verse knopjes te komen eten.


Dit jaar verliep een beetje anders. Door het zachte weer, staan er al verschillende bomen in de knop. Dus was het niet eind maart, maar eind februari. Ja, de goudvink zat weer op zijn vertrouwede plek. In de middagzon. Verscholen tussen de bramenstruiken. De zon scheen op zijn felle rozerode buikje, daarom zag ik hem ook. Het was niet zijn geluid, maar zijn mooie rozerode onderlijf dat mij aantrok. Hij snoepte rijkelijk en leek zich totaal niets van mij aan te trekken. Ik had mezelf verscholen achter een boom om heel voorzichtig een foto te maken. Ik wilde hem natuurlijk niet storen en ben op een afstand blijven staan. En heb vol verbazing gekeken hoe deze vink zijn rozerode buikje vol at. Helaas heb ik hem de dagen erna niet meer gezien. Het begint een soort van traditie te worden. Zo lijkt het. Of misschien is het gewoon een ‘Lucky Day’.


Het fascineert me ieder jaar opnieuw. Dat hij zich 1 keer laat zien. (Tenminste, de goudvink die ik tegen het lijf loop.) Het is een mooie gewaarwording, een bijzondere ontmoeting om zijn gedrag en bezigheden te mogen aanschouwen, en dat van zo dichtbij. De goudvink, de vogel die de lente in de winter aankondigt. Die je erkenning geeft, je een dosis blijdschap en geluk in je lijf laat voelen op zijn oh, zo imposante manier. Wat mogen we trots zijn dat hij ieder jaar weer opnieuw onze Maasduinen aandoet. Om ons zijn waardigheid te tonen en ons te laten beseffen dat we eigenlijk niet zo heel veel nodig hebben om gelukkig te zijn.


Heb jij de goudvink al gespot?

Met veel liefs, De vrolijke stadsvogeladviseur
Melanie van den IJssel