De Gouden tor
De Gouden tor, landsheer onder de torren. Bij lange na niet zo groot als het vliegend hert, maar zeker zo imposant. Het was vorig jaar, toen ik door de tuin liep en ik opeens wat groots zag vliegen. Het glom en ze waren met z’n tweeën. Deze verliefde torren landden precies voor mijn neus in een grote bloeiende struik. Zoals ik al schreef, het was een verliefd stel, dat zag je meteen. Ze waren metaalglanzend groen van kleur. Het leek wel alsof hun schilden licht gaven. Ik had deze soort nog nooit waargenomen, ik heb ze van heel dichtbij bewonderd en kwam erachter dat het ging om twee verliefde gouden torren. Deze sierlijke kever is ongeveer 14-20 mm groot en valt onder de bladsprietkevers.
Hij leeft van bloemen, bladeren en stuifmeel. Rozen zijn in trek maar ook vlierbessen, schermbloemigen en spirea. Je vindt ze in tuinen, bosranden en op open plekken. Deze kever heeft iets opmerkelijks; Dat houdt in dat deze soort vliegt terwijl de dekschilden op hun plaats blijven. De vleugels worden er als het ware onderuit getrokken. Het is een heel bijzonder en mooi gezicht als je het ziet. De larve van deze kever kunnen wel tot drie keer overwinteren. Zoals ik al zei in het begin een echte landsheer dus. Vanaf mei tot oktober zijn ze waar te nemen in heel Europa. In Nederland zijn ze
zeldzaam geworden. Daarom heel bijzonder en fascinerend als je een gouden tor op de hoed van een bloem kunt waarnemen. De gouden tor heeft ook twee broers. Namelijk de gedeukte gouden tor. Deze kever is 14-24 mm groot en heeft dezelfde mooie metaal glanzende kleur als de gouden tor. Echter de gouden tor komt uit het geslacht Cetonia en de gedeukte gouden tor uit het geslacht Protaetia. Ze lijken er veel op elkaar, maar als je goed kijkt heeft (zoals de naam al zegt) de gedeukte gouden tor een deuk in zijn dekschild. Dat heeft de gouden tor niet. De rouwende gouden tor is 8-10 mm groot, een stuk
kleiner dan zijn groen glanzende broers. De rouwende tor is dan ook niet groen maar zwart glanzend met gespikkeld wit. Deze tor leek uit Nederland te zijn verdwenen maar is in 2010 in Zuid-Limburg na honderd jaar herontdekt. Voor veel mensen zijn insecten, in dit geval torren vieze dieren. Helaas vind je in bouwmarkten- en supermarkten compleet ingerichte stellingen met bestrijdingsmiddelen. Men is tegenwoordig zo snel vies van een diertje, dat mensen bijna een paniekaanval krijgen en alles wat kruipt of vliegt wil uitbannen. Mensen willen op de mooiste plekken wonen maar beseffen niet dat
aan een bosrand net wat meer kriebelbeestjes leven dan in een stad. Overal komen insecten voor en deze dieren zijn niet vies maar vaak erg nuttig en bijzonder. De meeste diertjes zie je niet eens. En een paar kleurrijke kevertjes in je tuin zorgen niet voor een totale ondergang. Kriebelbeestjes. Je kunt ze bewonderen als je heel nauwkeurig een bloemhoofdje bewonderd, of tussen de hei gaat zitten en gaat kijken wat er zoal voorbij kruipt. Het gazon van de buurman zal eveneens een goede plek zijn. Soldaatjes, een mestkever, een veldkrekel of een gouden tor. Miertjes, vlinders en bijen. Deze mooie diertjes ga je
toch niet verdelgen! Dus loop met een boog om dat ingerichte gif schap in de winkel. Door je open te stellen voor insecten zul je zien hoe belangrijk ze zijn en hoe bijzonder deze dieren leven. Je gaat er totaal anders naar kijken en je gaat ontdekken dat deze dieren niet vies zijn maar nuttig.
Natuurlijk een invasie mieren op je aanrecht of een pissebed op het toilet, dat wil je niet. Deze dieren kun je ook op een andere manier verdrijven of er juist voor zorgen dat ze je aanrecht niet vinden. Daarom, begin nu eens bij twee soorten, observeer deze diertjes of lees er iets over.