Het liefste kevertje in de natuur
Het liefste kevertje in de natuur Foto: Melanie van den IJssel

Lieveheersbeestje

Het Lieveheersbeestje, dit kleine schattige rode kevertje is bij iedereen bekend. Vroeger, als kind, werd je verteld dat de aantal stippen op zijn schild de leeftijd van het kevertje zou zijn. Het was dan ook geweldig als je het tweestippelig lieveheersbeestje vond, in plaats van een zevenstippelig lieveheersbeestje. Dit kevertje leeft ongeveer één jaar. Het is dan ook helemaal niet waar, dat je op deze manier de leeftijd van een lieveheersbeestje zou zien. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten.


De meest voorkomende variant is toch wel het zevenstippelig lieveheersbeestje. De Latijnse naam is ‘Coccinella-septempuctata’. Dit kevertje is 5-8 mm groot. Het heeft een ovaal lichaam en is half bol. Heeft een zwarte kop, hals schild gemarkeerd met roomwitte vlekken, rode dekschilden met zeven zwarte stippen. Dit kevertje bijt niet, wat vaak wel eens wordt gezegd. Ze komen zeer algemeen voor, ze meiden alleen natte plaatsen of te donkere bossen. In België en Nederland komen maar liefst zo’n zestigtal soorten voor. Waaronder bijvoorbeeld het tweestippelig lieveheersbeestje, het behaarde, heide, oog vlek,

roomvlek of het Aziatische lieveheersbeestje. Wat vele mensen niet weten is dat lieveheersbeestjes net als vlinders transformeren. De larven hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Ze hebben wat weg van korte rupsjes. Ze zijn grijs en hebben twee okergele strepen op hun achterlijf. Verder is hun gehele lijfje bedekt met stekels. Als de larve gaat verpoppen wordt het een soort druppel. Dit proces gaat heel geleidelijk. De larve en pop vind je vaak ook bij je in de tuin, verder zijn ze ook vaak op brandnetels te vinden. Als de lieveheersbeestjes uit hun pop komen, hebben ze nog geen stippen. Die verschijnen op een later tijdstip.

Deze kevertjes zijn geliefd want ze worden ingezet om bladluizen op een natuurlijke manier te bestrijden. Dus heb je bladluizen in de rozen of in de klimop… een lieveheersbeestje zou er wel raad mee weten.

Het lieveheersbeestje weet wel raad met bladluizen

Als de winter aanbreekt dan verstopt het lieveheersbeestje zich het liefst in kieren. (Tussen het raam of zelfs achter het behang.) Ze zoeken een beschutte plek waar ze kunnen overwinteren en waar ze tot rust komen. Daarna zal hun biologische klok alarm slaan en opeens komen ze allemaal, echt alle

lieveheersbeestjes in het voorjaar weer tevoorschijn. Deze kevertjes kunnen een gele vloeistof produceren, dat doen ze als ze zich angstig voelen of gepest worden. De vloeistof die tevoorschijn komt bij het gewricht van de poten heeft een naar geurtje en smaakt bitter. Vogels die een lieveheersbeestje willen oppakken proeven het gelijk en laten het kevertje dan ook vallen. Er is zelfs aangetoond dat deze gele vloeistof van het zevenstippige lieveheers-beestje giftig is voor koolmeeskuikens. De gele vloeistof van het tweestippige lieveheersbeestje niet. Heel bijzonder, hoe de natuur dit toch allemaal heeft bedacht. Wat misschien nog wel leuk is om te weten is hoe

dit kevertje zijn naam heeft gekregen. Daarvoor moeten we terug naar de tijd dat de Germanen in Europa gekerstend werden. (Het bekeren van niet-christelijke veelal heidense volkeren tot het christendom.) De bestaande Germaanse naam voor het kevertje was: ‘Freyafugle’. (Vogel van de godin Freya.) Deze naam werd verchristelijkt tot ‘onzelievevrouwenbeestje of lieveheersbeestje.

Ladybird of toch maar een ladybug

De vrouwelijke vorm leeft nog steeds in Duitsland en Engeland, daar wordt het ‘Marienkäfer’ en ‘Ladybird’ genoemd.