Cora Leek
Cora Leek Foto: Cora Leek

De rode krullen en de carnavalsmuts


Het was een mooi groepje om te zien: drie dartele kids op skeelers en twee moeders, allemaal met wapperende haren en loshangende jassen, omdat het zomaar een zonnige dag in februari was. De kou die zou komen, hing nog niet in de lucht.
Een van de kinderen had een carnavalsmuts op. Uit de tas van een van de mama's stak een tweede bontgekleurde narrenmuts. De feestelijke sfeer die om het groepje hing, was aanstekelijk. Blije mensen in coronatijd?
‘Nou ja, je moet toch wat van carnaval maken?'
Het mooiste vond ik nog de schitterende rode gloed die over mama's lange, loshangende krullen lag. Zij moest wel de moeder zijn van het meisje met een roodblonde variant. Ik moest even denken aan het feuilleton in het weekblad Margriet, waar mijn moeder vroeger een abonnement op had. Ik verslond in die tijd de romantische avonturen van de verleidelijke hoofdpersoon Angelique (nee, niet Angelica), een terechte naam voor een engelachtige verschijning met glanzende rosse lokken.

Toen ik mijn wandeling vervolgde, schoot me te binnen dat een schilder uit de Gouden Eeuw een prachtige afbeelding van het vrolijke groepje had kunnen maken. Ik moest het doen met een glimlach om dit tableau de la troupe in een grijs landschap dat knokte tegen
de hoogwaterstand.

Cora Leek