Hazenpootjes hebben nu eenmaal een hoge aaibaarheidsfactor
Hazenpootjes hebben nu eenmaal een hoge aaibaarheidsfactor Foto: Melanie van den IJssel

Hazenpootjes

Bij een klaversoort denk je niet meteen aan hazenpootjes. Bij hazenpootjes denk je ook niet meteen aan een klaversoort. Nee, want de hazenpootjes waar ik het over wil hebben zijn zeker niet de pootjes van de haas. Al zijn hazen geweldige dieren en zou ik zo een leuke column over hazen uit mijn mouw kunnen schudden. Weet je wat. Jullie houden een column over hazen gewoon van me tegoed.


Terug naar de hazenpootjes. Het is een klaversoort zoals jullie al hebben kunnen lezen. Zijn Latijnse naam luidt: Trifolium arvense. Hij kan één of tweejarig zijn. De plant wordt tussen de 5 en 30 centimeter groot en heeft een behaarde stengel. Ook de blaadjes zijn behaard, de bloemen zien er donzig uit.

Een plantje met een hoog knuffelgehalte

Het is dan ook niet vreemd dat dit schattige plantje wat bloeit van juli tot aan de herfst een hoog knuffelgehalte heeft. De naam hazenpootjes is afkomstig van het feit dat de bloemen langwerpig en zachtharig zijn. Toch heeft dit aandoenlijk vrolijke plantje

meerdere benamingen zoals: Hazenpluimpje, akkerklaver of ruige klaver. In eerste instantie zul je niet meteen bekend zijn met hazenpootjes, maar als je ze een keer hebt zien staan zul je ze ook nooit meer vergeten. De bloemkroontjes zijn wit en roze. Het is een plantje meteen hoge aaibaarheidsfactor. Ik weet bijna zeker als je ze vindt je even aan hun donzige hoofdjes moet aaien. Even voelen, misschien zelfs nog even ruiken. Deze plant wordt vaak bestempeld als onkruid. Toch vind ik dat heel ver gezocht. Misschien moeten we de ‘on’ van onkruid gewoon maar eens verbannen. Hazepootjes zijn een van de meest zachtaardige planten die

ik ken. En geloof me, deze schattige pluizenbloempjes staan op heel veel plekken binnen onze Maasduinen.

Hazenpootjes groeien in heel Europa

Hazepootjes komen van oorsprong voor in heel Europa behalve in het hele hoge noorden. Ze groeien graag op zonnige plekken, langs akkers, maar ook in duingrasland, grasvelden, in bermen, heide, langs spoorwegen en zelfs op industrie- en haventerreinen. Hij is zoals de Haas bijzonder in zijn omvang en in zijn doen. Zoals de meeste vlinderbloemigen kunnen hazenpootje stikstof uit de lucht omzetten in de meststof nitraat. Hazenpootjes vinden

het fijn om in de buurt van andere soorten te groeien. Het klein vogelpootje, gewone rolklaver, schapenzuring, gewoon biggenkruid zijn een paar voorbeelden. Hazenpootjes worden bestoven door de gewone viltbij, donkere zijdebij en de klaverdikpoot. Wederom een belangrijke zaak om de natuur in ere te houden. Zonder bestuivers, geen natuur.

We hebben het al eens vaker gehad over waardplanten. Dat zijn planten die voornamelijk vlinders nodig hebben om te overleven. Waar ze hun eitjes op leggen en waar de rupsen van eten en zo dus kunnen overleven. Het hazenpootje is de waardplant voor het icarusblauwtje. De rupsen

van dit mooi en tevens kleine vlindertje eten onder andere van dit klaversoort. Maar wat misschien ook wel leuk is om te vermelden is dat het hazenpootje niet alleen een waardplant is voor vlinders. De larve van de snuitkever (een minuscuul kevertje, en een van de leukste soorten als je het mij vraagt) leeft in de top van de stengels.

Een thuis voor vlinders en kevertjes

Het hazenpootje geeft een hele openhartige uitstraling. Het heeft iets liefs, iets zachtaardigs, en nu ikhet zo schrijf begrijp ik waarom ze hazenpootjes worden genoemd. De naam alleen al. Te leuk, te mooi en gewoon zo haasachtig. Een interessant weetje is misschien ook wel leuk om snel nog te vermelden. In de middeleeuwen werden hazenpootjes gebruikt tegen diarree. Ze zouden vluchtige olie en looistoffen bevatten. Tegenwoordig worden hazenpootjes vaak gebruikt in droogboeketten.

Hazenpootjes zijn rijkelijk te vinden in De Maasduinen

Hazenpootjes, hazen-pluimpjes of akkerklaver. Ze staan rijkelijk in de Maasduinen. Met hun zacht donzige hoofdje staan ze graag te genieten in het zonnetje. Een leuke bloeier die zich wat later in de zomer laat zien. Tot de herfst kun je hem aanschouwen met zijn aaibaarheidsfactor 50. Knus en schattig staan ze naast elkaar, omringd door insecten en waarschijnlijk ook door konijntjes en de haas. Met zijn lange oren en sierlijke snuit. Zijn sierlijke lijf en zachte poten.


Goh, hazenpootjes, het geeft wat magisch, het betovert je een beetje. Het zal de tijd van het jaar zijn, de komst van de nazomer en daarna de herfst, de tijd van het oogstfeest. De tijd van kortere dagen. Stiekem worden ze beetje bij beetje minder lang. Maar het hazenpootje behoudt zijn lange bloemhoofdjes.
Tot aan de herfst!

Een betoverend en knuffelachtige plantje, dat je bijna overal tegenkomt. Het heeft een bijzondere naam en staat simpelweg dichterbij dan je denkt. Ik hoop dat je net als ik een beetje in de ban raakt van dit kruid. Het brengt je veel goeds.



Met veel Liefs,
De vrolijke Stadsvogeladviseur
Melanie van den IJssel