Een zeldzaam gezicht in het Limburgse weidelandschap
Een zeldzaam gezicht in het Limburgse weidelandschap Foto: Melanie van den IJssel

Indische ganzen in Bergen

Het was 13 maart, laat in de middag toen we langs de Maas reden. Een mooie locatie voor vele vogels zeker in deze tijd van het jaar. De vogels maken zich weer klaar voor de vogeltrek en als er veel gevleugelde vrienden komen betekent het ook dat er weer vele gaan vertrekken. Iedereen weet dat je een heleboel vogels kunt aanschouwen langs de waterkant en met name in de weides. Zwanen, grauwe ganzen, grote Canadese ganzen, kolganzen, nijlganzen maar bijvoorbeeld ook wulpen, mooie weidevogelsmet een lange kromme snavel. Maar op die late zondagmiddag trof ik totaal iets anders. 


Als vogelliefhebber kijk je altijd wel een beetje rond, als je iets ziet wegvliegen of als je een bepaalde roep hoort. Ik was dan ook zeer verbaasd dat ik opeens een groepje ganzen zag zitten dat mij nog nooit eerder was opgevallen. Ze zaten samen met een aantal grauwe ganzen in het gras, langs de Maas.

Gelukkig was er een camera mét telelens voorhanden

Soms heb je de mazzel dat je de camera met telelens bij de hand hebt en ik heb er meteen een foto van gemaakt om vervolgens op te zoeken om welke gans het ging. Verassend kwam ik er achter dat het om een Indische gans

ging, ook wel bekend onder de naam streepkopgans. Het is een gans die net als de nijlgans sinds 1986 in Nederland broedt. Het zijn vaak ontsnapte volièrevogels die zich zonder toedoen van de mens een weg en leefgebied hebben gevonden om te overleven. Ze zijn prachtig getekend en mooi van kleur. Normaal gesproken broedt deze Indische gans in Mongolië en Oost-China, en trekt op 10 kilometer hoogte door de Himalaya naar Inda, Bangladesh en Myanmar. In Nederland is het een schaarse broedvogel en de aantallen zijn dan ook niet groot in de wintermaanden. Toch is deze vogel het gehele jaar aanwezig.

Er zijn 50 tot 90 broed-populaties waargenomen tussen 2013 en 2015. En de geschatte maximum aantallen in de winter staan op 250 tot 400 stuks over voorgenoemde periode.

Een mooi gezicht aan de rand van de Maasduinen

Het is dan ook een mooie gezicht om deze vogel aan de rand van de Maasduinen te kunnen waarnemen. Deze mooie gans heeft maar één broedsel per jaar dat bestaat uit 4 tot 6 eieren en de broed-duur bedraagt 27 tot 30 dagen. Bovendien gebruikt deze ganzensoort  steevast hetzelfde nest. De jongen kunnen zichzelf na 3 tot 4

dagen zelf voeden maar verlaten het nest pas ergens tussen de 49 en 60 dagen. Het zijn echte vegetariërs en eten voornamelijk grassen, blaadjes en wortels van allerlei planten. In Europa trekken de Indische ganzen veel minder ver, meestal doen ze dat samen met andere ganzen, zoals de brandgans. Wat misschien nog leuk is om te vertellen is dat de Indische gans de meest hoogvliegende gans is. Door een wetenschappelijke test is gebleken dat deze vogels op 7290 meter hoogte kunnen vliegen. Toch, de meeste vogels bleven onder de 5500 meter hoogte. Omdat deze gans over de Himalaya vliegt heeft het ook verschillende aanpassingen.

Zo moet je denken aan een groter vleugeloppervlakte dan andere soortgenoten maar wel met hetzelfde lichaamsgewicht. Er is aangetoond dat deze ganzen bij lage zuurstofgehaltes efficiënter zuurstof kunnen opnemen en ze kunnen zelfs hun warmteverlies beperken.

De Indische gans is een echte hoogvlieger

Een vlucht over de Himalaya is niet zomaar even gedaan, hier heb je als mens menig oefening en een goed uithoudingsvermogen voor nodig. Laat staan als gans die zoveel kilometer op een behoorlijk hoogte vliegt. En dat zal zeker niet altijd met de wind mee zijn.
Deze mooie getekende ganzen bevinden zich graag in natte weilanden, vennen, moerassen en rietgebieden. In de wintermaanden vind je ze vaak langs rivieren. Meestal in groepen samen met andere soorten ganzen.
De Indische gans aan de rand van de Maasduinen. Te leuk en zeker het vertellen waard. Want ook al zijn de Maasduinen geen Oostvaardersplassen met haar vliegende deuren 'de zeearenden' of het Lauwersoog met een pracht en praal aan watervogels. Onze Maasduinen zijn wel degelijk de moeite waard. Zeker als je de leuke plekjes vindt of weet. En natuurlijk komt er ook een beetje mazzel bij kijken.

Bij het spotten komt altijd een beetje mazzel kijken

Want we kunnen wel tien keer afreizen naar de Oostvaardersplassen om vliegende deuren te spotten, uiteindelijk zie je ze op een andere locatie, of helemaal niet. Het is dus zeker niet vanzelfsprekend. Daarom mogen we dik tevreden zijn met onze Maasduinen, onze mooie achtertuin. Met stiekem een rijk dier en vogelleven, mooie insecten en zo nu en dan een speciale gast. Deze keer was het de Indische gans op die bijzondere zonnige zondagmiddag in maart.
‘Nationaal Park De Maasduinen, voor jouw dagelijks portie groen'

Met veel Liefs,
De vrolijke stadsvogeladviseur
Melanie van den IJssel