De urnen worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden
De urnen worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden Foto: Archief de Loi

Grafveld op de Hamert

Wellerlooi is in vergelijking met Afferden, Bergen en Well nog een jong dorp. Pas in 1894, dus pas zo’n 130 jaar geleden, werd Wellerlooi een zelfstandige parochie en daarmee een zelfstandig dorp. Daarvoor was het nog een buurtschap of gehucht dat behoorde bij Well. Als geschreven geschiedenis wordt ‘Wellero’ in 1163 al genoemd in oorkonden van Xanten. De geschiedenis van het gebied gaat echter veel verder terug.


De vroegst bekende geschiedenis van Wellerlooi, begint met de vondst van het grafveld op de Hamert. Dit urnenveld bestond uit 98 grafheuvels van omstreeks 700 jaar vóór Christus. Daarnaast waren er twee graven van zelfs 2000 jaar vóór Christus. Spoedig na de ontdekking van de grafheuvels, deed de eigenaar van deze grond, de heer Arthur Mauritz, een beroep op professor Waterbolk, directeur van het Archeologisch Instituut in Groningen, om dit te gaan onderzoeken, met de bedoeling om een inzicht te krijgen in het grafveld als geheel.


Men vond oude wegen, die door het grafveld (‘nekropole’) liepen en een merkwaardige aanleg van graven, aan het begin van twee van deze wegen. De wegen waren hoofdzakelijk met kiezelsteentjes verhard. Aan de oppervlakte kon men de wegen zien door een lichte verlaging van de grond. Tussen 1913 en 1926 werden deze grafheuvels (tumuli) onderzocht en beschreven door Dr. J.H. Holwerda. Deze archeoloog werd in 1873 geboren in Schiedam en volgde in 1919 zijn vader op als directeur van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar een deel van de gevonden urnen bewaard worden. Professor Holwerda beschreef de vondsten in het boek ‘Das Gräberfeld von de Hamert’. Holwerda bleef directeur van het museum tot aan zijn pensionering.


Over de ligging van het grafveld schrijft Holwerda; "Wie van Kevelaer via Twisteden in westelijke richting naar de Maas gaat via de Hamert, bereikt een paar honderd meter na de grens een plateau dat naar het westen toe plotseling sterk daalt. Boven in de heide strekt zich over een lengte van ongeveer 400 meter en een breedte van ongeveer 100 meter de grote necropool uit."

Alle grafheuvels werden opgemeten in hoogte en doorsnee. De voorwerpen die hierbij werden gevonden behoorden toe aan de gestorven personen. De opgegraven vondsten, urnen en bescheiden grafvondsten worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Conclusies van Holwerda

"De necropool van de Hamert is enige eeuwen voor de jaartelling door een zuidelijke stam opgericht. Waarschijnlijk zijn ze langs de Rijn getrokken en daarmee behoren ze tot een bevolkingsgroep uit het zuiden van Midden-Europa. In Zuid-Duitsland hebben ze kennisgemaakt met de Hallstatt-cultuur. Deze hebben ze meegenomen naar hier. Wanneer ze precies hier gekomen zijn weten we niet. Al snel kwamen ook Germanen in deze regio voor. Ook zij zetten hun doden in urnenvelden bij. Een aantal van de urnen in dit urnenveld had versieringen die duiden op een vermenging van de beide cultuurvormen. De grafheuvels van deze necropool zijn allemaal door ontginningswerkzaamheden verdwenen, men had geen besef van de historische waarde."


Deze bijdrage is tot stand gekomen dankzij Archief de Loi, bereikbaar via e-mail: info@archiefdeloi.nl 

Afbeelding