Noopdopvang in Den Asseldonk gaat sluiten

Nieuw Bergen | De noodopvang voor vluchtelingen uit Oekraïne in Den Asseldonk in Nieuw Bergen gaat eind deze week sluiten. Dat heeft Veiligheidsregio Limburg-Noord in afstemming met Gemeente Bergen besloten. Volgens de veiligheidsregio is één noodopvanglocatie in de regio op dit moment voldoende. 

Zodra de laatste Oekraïense vluchtelingen uit Den Asseldonk zijn vertrokken naar hun verblijfplaats voor de langere termijn, worden de veldbedden en andere faciliteiten in Den Asseldonk opgeruimd. De verwachting is dat verenigingen en organisaties vanaf maandag 25 april weer gebruik kunnen maken van de sporthal en evenementenzaal. 

Den Asseldonk is één van de twee noodopvanglocaties in de regio Noord-Limburg. De noodopvang in Sporthal De Berkel in Horst blijft wel open. 

Een terugblik
Sinds donderdag 17 maart is in Den Asseldonk een noodopvang voor vluchtelingen uit Oekraïne. De vluchtelingen verbleven hier maximaal drie dagen. Daarna kregen ze elders in het land een verblijfplaats aangewezen voor de langere termijn. De eerste vluchtelingen kwamen aan op zondag 20 maart. In totaal hebben 153 vluchtelingen, waarvan 49 kinderen, gebruik gemaakt van de noodopvang in Den Asseldonk. Daarnaast zijn 10 huisdieren opgevangen.

Waardering
Met het oog op het sluiten van de noodopvang in Den Asseldonk, wil burgemeester Manon Pelzer van Gemeente Bergen graag alle vrijwilligers hartelijk bedanken voor hun betrokkenheid en inzet. ‘Ik denk aan de vrijwilligers van het Rode Kruis, die onder andere verantwoordelijk waren voor de registratie en eerste medische check van de vluchtelingen. Maar ook zeker aan alle inwoners van onze gemeente die waar mogelijk en nodig hun steentje hebben bijgedragen aan de noodopvang. Aan de tolken die de taalkloof tussen het Oekraïens en het Nederlands hebben overbrugd. En aan alle mensen die spullen als campingbedjes, babybadjes, verschoonkussens en kinderspeelgoed hebben ingezameld om de noodopvang zo goed mogelijk aan te kleden. Dankzij al deze mensen hebben we de vluchtelingen écht kunnen helpen. Mijn dank is dan ook groot.’